Vervoeging van rondlummelen
Onbepaalde wijs (infinitief): rondlummelen
				
				Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik lummel rond
 - jij lummelt rond
 - hij/zij/het lummelt rond
 - wij lummelen rond
 - jullie lummelen rond
 - zij lummelen rond
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik lummelde rond
 - jij lummelde rond
 - hij/zij/het lummelde rond
 - wij lummelden rond
 - jullie lummelden rond
 - zij lummelden rond
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb rondgelummeld
 - jij hebt rondgelummeld
 - hij/zij/het heeft rondgelummeld
 - wij hebben rondgelummeld
 - jullie hebben rondgelummeld
 - zij hebben rondgelummeld
 
Voltooid verleden tijd
- ik had rondgelummeld
 - jij had rondgelummeld
 - hij/zij/het had rondgelummeld
 - wij hadden rondgelummeld
 - jullie hadden rondgelummeld
 - zij hadden rondgelummeld
 
Toekomende tijd I
- ik zal rondlummelen
 - jij zult rondlummelen
 - hij/zij/het zal rondlummelen
 - wij zullen rondlummelen
 - jullie zullen rondlummelen
 - zij zullen rondlummelen
 
Toekomende tijd II
- ik zal rondgelummeld hebben
 - jij zult rondgelummeld hebben
 - hij/zij/het zal rondgelummeld hebben
 - wij zullen rondgelummeld hebben
 - jullie zullen rondgelummeld hebben
 - zij zullen rondgelummeld hebben
 
Conditionalis I
- ik zou rondlummelen
 - jij zou rondlummelen
 - hij/zij/het zou rondlummelen
 - wij zouden rondlummelen
 - jullie zouden rondlummelen
 - zij zouden rondlummelen
 
Conditionalis II
- ik zou hebben rondgelummeld
 - jij zou hebben rondgelummeld
 - hij/zij/het zou hebben rondgelummeld
 - wij zouden hebben rondgelummeld
 - jullie zouden hebben rondgelummeld
 - zij zouden hebben rondgelummeld
 
Imperatief
- jij lummel rond
 - jullie lummelt rond