Vervoeging van toeblaffen

Onbepaalde wijs (infinitief): toeblaffen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik blaf toe
    • jij blaft toe
    • hij/zij/het blaft toe
    • wij blaffen toe
    • jullie blaffen toe
    • zij blaffen toe
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik blafte toe
    • jij blafte toe
    • hij/zij/het blafte toe
    • wij blaften toe
    • jullie blaften toe
    • zij blaften toe
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb toegeblaft
    • jij hebt toegeblaft
    • hij/zij/het heeft toegeblaft
    • wij hebben toegeblaft
    • jullie hebben toegeblaft
    • zij hebben toegeblaft
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had toegeblaft
    • jij had toegeblaft
    • hij/zij/het had toegeblaft
    • wij hadden toegeblaft
    • jullie hadden toegeblaft
    • zij hadden toegeblaft
  • Toekomende tijd I

    • ik zal toeblaffen
    • jij zult toeblaffen
    • hij/zij/het zal toeblaffen
    • wij zullen toeblaffen
    • jullie zullen toeblaffen
    • zij zullen toeblaffen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal toegeblaft hebben
    • jij zult toegeblaft hebben
    • hij/zij/het zal toegeblaft hebben
    • wij zullen toegeblaft hebben
    • jullie zullen toegeblaft hebben
    • zij zullen toegeblaft hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou toeblaffen
    • jij zou toeblaffen
    • hij/zij/het zou toeblaffen
    • wij zouden toeblaffen
    • jullie zouden toeblaffen
    • zij zouden toeblaffen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben toegeblaft
    • jij zou hebben toegeblaft
    • hij/zij/het zou hebben toegeblaft
    • wij zouden hebben toegeblaft
    • jullie zouden hebben toegeblaft
    • zij zouden hebben toegeblaft
  • Imperatief

    • jij blaf toe
    • jullie blaft toe

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van toeblaffen