Vervoeging van toekeren

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik keer toe
    • jij keert toe
    • hij/zij/het keert toe
    • wij keren toe
    • jullie keren toe
    • zij keren toe
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik keerde toe
    • jij keerde toe
    • hij/zij/het keerde toe
    • wij keerden toe
    • jullie keerden toe
    • zij keerden toe
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb toegekeerd
    • jij hebt toegekeerd
    • hij/zij/het heeft toegekeerd
    • wij hebben toegekeerd
    • jullie hebben toegekeerd
    • zij hebben toegekeerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had toegekeerd
    • jij had toegekeerd
    • hij/zij/het had toegekeerd
    • wij hadden toegekeerd
    • jullie hadden toegekeerd
    • zij hadden toegekeerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal toekeren
    • jij zult toekeren
    • hij/zij/het zal toekeren
    • wij zullen toekeren
    • jullie zullen toekeren
    • zij zullen toekeren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal toegekeerd hebben
    • jij zult toegekeerd hebben
    • hij/zij/het zal toegekeerd hebben
    • wij zullen toegekeerd hebben
    • jullie zullen toegekeerd hebben
    • zij zullen toegekeerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou toekeren
    • jij zou toekeren
    • hij/zij/het zou toekeren
    • wij zouden toekeren
    • jullie zouden toekeren
    • zij zouden toekeren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben toegekeerd
    • jij zou hebben toegekeerd
    • hij/zij/het zou hebben toegekeerd
    • wij zouden hebben toegekeerd
    • jullie zouden hebben toegekeerd
    • zij zouden hebben toegekeerd
  • Imperatief

    • jij keer toe
    • jullie keert toe