Vervoeging van trekkebekken
Onbepaalde wijs (infinitief): trekkebekken
				
				Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik trekkebek
 - jij trekkebekt
 - hij/zij/het trekkebekt
 - wij trekkebekken
 - jullie trekkebekken
 - zij trekkebekken
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik trekkebekte
 - jij trekkebekte
 - hij/zij/het trekkebekte
 - wij trekkebekten
 - jullie trekkebekten
 - zij trekkebekten
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb getrekkebekt
 - jij hebt getrekkebekt
 - hij/zij/het heeft getrekkebekt
 - wij hebben getrekkebekt
 - jullie hebben getrekkebekt
 - zij hebben getrekkebekt
 
Voltooid verleden tijd
- ik had getrekkebekt
 - jij had getrekkebekt
 - hij/zij/het had getrekkebekt
 - wij hadden getrekkebekt
 - jullie hadden getrekkebekt
 - zij hadden getrekkebekt
 
Toekomende tijd I
- ik zal trekkebekken
 - jij zult trekkebekken
 - hij/zij/het zal trekkebekken
 - wij zullen trekkebekken
 - jullie zullen trekkebekken
 - zij zullen trekkebekken
 
Toekomende tijd II
- ik zal getrekkebekt hebben
 - jij zult getrekkebekt hebben
 - hij/zij/het zal getrekkebekt hebben
 - wij zullen getrekkebekt hebben
 - jullie zullen getrekkebekt hebben
 - zij zullen getrekkebekt hebben
 
Conditionalis I
- ik zou trekkebekken
 - jij zou trekkebekken
 - hij/zij/het zou trekkebekken
 - wij zouden trekkebekken
 - jullie zouden trekkebekken
 - zij zouden trekkebekken
 
Conditionalis II
- ik zou hebben getrekkebekt
 - jij zou hebben getrekkebekt
 - hij/zij/het zou hebben getrekkebekt
 - wij zouden hebben getrekkebekt
 - jullie zouden hebben getrekkebekt
 - zij zouden hebben getrekkebekt
 
Imperatief
- jij trekkebek
 - jullie trekkebekt