Vervoeging van uitdijen

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het dijt uit
    • zij dijen uit
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het dijde uit
    • zij dijden uit
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het is uitgedijd
    • zij zijn uitgedijd
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het was uitgedijd
    • zij waren uitgedijd
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal uitdijen
    • zij zult uitdijen
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal uitgedijd zijn
    • zij zult uitgedijd zijn
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal uitdijen
    • zij zullen uitdijen
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal zijn uitgedijd
    • zij zullen zijn uitgedijd