Vervoeging van uitmelken
Onbepaalde wijs (infinitief): uitmelken
				
				Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik melk uit
 - jij melkt uit
 - hij/zij/het melkt uit
 - wij melken uit
 - jullie melken uit
 - zij melken uit
 
Indicativo presente
- yo exploto
 - tú explotas
 - él/ella explota
 - nosotros explotamos
 - vosotros explotáis
 - ellos/ellas explotan
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik molk uit
 - jij molk uit
 - hij/zij/het molk uit
 - wij molken uit
 - jullie molken uit
 - zij molken uit
 
Indefinido
- yo exploté
 - tú explotaste
 - él/ella explotó
 - nosotros explotamos
 - vosotros explotasteis
 - ellos/ellas explotaron
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb uitgemolken
 - jij hebt uitgemolken
 - hij/zij/het heeft uitgemolken
 - wij hebben uitgemolken
 - jullie hebben uitgemolken
 - zij hebben uitgemolken
 
Pretérito perfecto compuesto
- yo he explotado
 - tú has explotado
 - él/ella ha explotado
 - nosotros hemos explotado
 - vosotros habéis explotado
 - ellos/ellas han explotado
 
Voltooid verleden tijd
- ik had uitgemolken
 - jij had uitgemolken
 - hij/zij/het had uitgemolken
 - wij hadden uitgemolken
 - jullie hadden uitgemolken
 - zij hadden uitgemolken
 
Pluscuamperfecto
- yo había explotado
 - tú habías explotado
 - él/ella había explotado
 - nosotros habíamos explotado
 - vosotros habíais explotado
 - ellos/ellas habían explotado
 
Toekomende tijd I
- ik zal uitmelken
 - jij zult uitmelken
 - hij/zij/het zal uitmelken
 - wij zullen uitmelken
 - jullie zullen uitmelken
 - zij zullen uitmelken
 
Futuro I
- yo explotaré
 - tú explotarás
 - él/ella explotará
 - nosotros explotaremos
 - vosotros explotaréis
 - ellos/ellas explotarán
 
Toekomende tijd II
- ik zal uitgemolken hebben
 - jij zult uitgemolken hebben
 - hij/zij/het zal uitgemolken hebben
 - wij zullen uitgemolken hebben
 - jullie zullen uitgemolken hebben
 - zij zullen uitgemolken hebben
 
Futuro perfecto
- yo habré explotado
 - tú habrás explotado
 - él/ella habrá explotado
 - nosotros habremos explotado
 - vosotros habréis explotado
 - ellos/ellas habrán explotado
 
Conditionalis I
- ik zou uitmelken
 - jij zou uitmelken
 - hij/zij/het zou uitmelken
 - wij zouden uitmelken
 - jullie zouden uitmelken
 - zij zouden uitmelken
 
Condicional
- yo explotaría
 - tú explotarías
 - él/ella explotaría
 - nosotros explotaríamos
 - vosotros explotaríais
 - ellos/ellas explotarían
 
Conditionalis II
- ik zou hebben uitgemolken
 - jij zou hebben uitgemolken
 - hij/zij/het zou hebben uitgemolken
 - wij zouden hebben uitgemolken
 - jullie zouden hebben uitgemolken
 - zij zouden hebben uitgemolken
 
Condicional perfecto
- yo habría explotado
 - tú habrías explotado
 - él/ella habría explotado
 - nosotros habríamos explotado
 - vosotros habríais explotado
 - ellos/ellas habrían explotado
 
Imperatief
- jij melk uit
 - jullie melkt uit
 
Imperativo presente
- tú explota
 - vosotros explotad