Vervoeging van vigeren
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het vigeert
- zij vigeren
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het vigeerde
- zij vigeerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gevigeerd
- zij hebben gevigeerd
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gevigeerd
- zij hadden gevigeerd
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal vigeren
- zij zult vigeren
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gevigeerd hebben
- zij zult gevigeerd hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal vigeren
- zij zullen vigeren
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben gevigeerd
- zij zullen hebben gevigeerd