Vervoeging van voldoen
- Onvoltooid tegenwoordige tijd- ik voldoe
- jij voldoet
- hij/zij/het voldoet
- wij voldoen
- jullie voldoen
- zij voldoen
 
- Onvoltooid verleden tijd- ik voldeed
- jij voldeed
- hij/zij/het voldeed
- wij voldeden
- jullie voldeden
- zij voldeden
 
- Voltooid tegenwoordige tijd- ik heb voldaan
- jij hebt voldaan
- hij/zij/het heeft voldaan
- wij hebben voldaan
- jullie hebben voldaan
- zij hebben voldaan
 
- Voltooid verleden tijd- ik had voldaan
- jij had voldaan
- hij/zij/het had voldaan
- wij hadden voldaan
- jullie hadden voldaan
- zij hadden voldaan
 
- Toekomende tijd I- ik zal voldoen
- jij zult voldoen
- hij/zij/het zal voldoen
- wij zullen voldoen
- jullie zullen voldoen
- zij zullen voldoen
 
- Toekomende tijd II- ik zal voldaan hebben
- jij zult voldaan hebben
- hij/zij/het zal voldaan hebben
- wij zullen voldaan hebben
- jullie zullen voldaan hebben
- zij zullen voldaan hebben
 
- Conditionalis I- ik zou voldoen
- jij zou voldoen
- hij/zij/het zou voldoen
- wij zouden voldoen
- jullie zouden voldoen
- zij zouden voldoen
 
- Conditionalis II- ik zou hebben voldaan
- jij zou hebben voldaan
- hij/zij/het zou hebben voldaan
- wij zouden hebben voldaan
- jullie zouden hebben voldaan
- zij zouden hebben voldaan
 
- Imperatief- jij voldoe
- jullie voldoet