Vervoeging van volleyballen

Onbepaalde wijs (infinitief): volleyballen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik volleybal
    • jij volleybalt
    • hij/zij/het volleybalt
    • wij volleyballen
    • jullie volleyballen
    • zij volleyballen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik volleybalde
    • jij volleybalde
    • hij/zij/het volleybalde
    • wij volleybalden
    • jullie volleybalden
    • zij volleybalden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gevolleybald
    • jij hebt gevolleybald
    • hij/zij/het heeft gevolleybald
    • wij hebben gevolleybald
    • jullie hebben gevolleybald
    • zij hebben gevolleybald
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gevolleybald
    • jij had gevolleybald
    • hij/zij/het had gevolleybald
    • wij hadden gevolleybald
    • jullie hadden gevolleybald
    • zij hadden gevolleybald
  • Toekomende tijd I

    • ik zal volleyballen
    • jij zult volleyballen
    • hij/zij/het zal volleyballen
    • wij zullen volleyballen
    • jullie zullen volleyballen
    • zij zullen volleyballen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gevolleybald hebben
    • jij zult gevolleybald hebben
    • hij/zij/het zal gevolleybald hebben
    • wij zullen gevolleybald hebben
    • jullie zullen gevolleybald hebben
    • zij zullen gevolleybald hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou volleyballen
    • jij zou volleyballen
    • hij/zij/het zou volleyballen
    • wij zouden volleyballen
    • jullie zouden volleyballen
    • zij zouden volleyballen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gevolleybald
    • jij zou hebben gevolleybald
    • hij/zij/het zou hebben gevolleybald
    • wij zouden hebben gevolleybald
    • jullie zouden hebben gevolleybald
    • zij zouden hebben gevolleybald
  • Imperatief

    • jij volleybal
    • jullie volleybalt