Vervoeging van volschenken
Onbepaalde wijs (infinitief): volschenken
				
				Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik schenk vol
 - jij schenkt vol
 - hij/zij/het schenkt vol
 - wij schenken vol
 - jullie schenken vol
 - zij schenken vol
 
Present
- I fill
 - you fill
 - he/she/it fills
 - we fill
 - you fill
 - they fill
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik schonk vol
 - jij schonk vol
 - hij/zij/het schonk vol
 - wij schonken vol
 - jullie schonken vol
 - zij schonken vol
 
Simple past
- I filled
 - you filled
 - he/she/it filled
 - we filled
 - you filled
 - they filled
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb volgeschonken
 - jij hebt volgeschonken
 - hij/zij/het heeft volgeschonken
 - wij hebben volgeschonken
 - jullie hebben volgeschonken
 - zij hebben volgeschonken
 
Present perfect
- I have filled
 - you have filled
 - he/she/it has filled
 - we have filled
 - you have filled
 - they have filled
 
Voltooid verleden tijd
- ik had volgeschonken
 - jij had volgeschonken
 - hij/zij/het had volgeschonken
 - wij hadden volgeschonken
 - jullie hadden volgeschonken
 - zij hadden volgeschonken
 
Past perfect
- I had filled
 - you had filled
 - he/she/it had filled
 - we had filled
 - you had filled
 - they had filled
 
Toekomende tijd I
- ik zal volschenken
 - jij zult volschenken
 - hij/zij/het zal volschenken
 - wij zullen volschenken
 - jullie zullen volschenken
 - zij zullen volschenken
 
Future
- I will fill
 - you will fill
 - he/she/it will fill
 - we will fill
 - you will fill
 - they will fill
 
Toekomende tijd II
- ik zal volgeschonken hebben
 - jij zult volgeschonken hebben
 - hij/zij/het zal volgeschonken hebben
 - wij zullen volgeschonken hebben
 - jullie zullen volgeschonken hebben
 - zij zullen volgeschonken hebben
 
Future perfect
- I will have filled
 - you will have filled
 - he/she/it will have filled
 - we will have filled
 - you will have filled
 - they will have filled
 
Conditionalis I
- ik zou volschenken
 - jij zou volschenken
 - hij/zij/het zou volschenken
 - wij zouden volschenken
 - jullie zouden volschenken
 - zij zouden volschenken
 
Conditional present
- I would fill
 - you would fill
 - he/she/it would fill
 - we would fill
 - you would fill
 - they would fill
 
Conditionalis II
- ik zou hebben volgeschonken
 - jij zou hebben volgeschonken
 - hij/zij/het zou hebben volgeschonken
 - wij zouden hebben volgeschonken
 - jullie zouden hebben volgeschonken
 - zij zouden hebben volgeschonken
 
Conditional perfect
- I would have filled
 - you would have filled
 - he/she/it would have filled
 - we would have filled
 - you would have filled
 - they would have filled
 
Imperatief
- jij schenk vol
 - jullie schenkt vol
 
Imperative
- you fill
 - you fill