Vervoeging van wegdempen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het dempt weg
    • zij dempen weg
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het dempte weg
    • zij dempten weg
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het heeft weggedempt
    • zij hebben weggedempt
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het had weggedempt
    • zij hadden weggedempt
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal wegdempen
    • zij zult wegdempen
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal weggedempt hebben
    • zij zult weggedempt hebben
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal wegdempen
    • zij zullen wegdempen
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal hebben weggedempt
    • zij zullen hebben weggedempt