Vervoeging van wegebben

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het ebt weg
    • zij ebben weg
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het ebde weg
    • zij ebden weg
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het is weggeëbd
    • zij zijn weggeëbd
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het was weggeëbd
    • zij waren weggeëbd
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal wegebben
    • zij zult wegebben
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal weggeëbd zijn
    • zij zult weggeëbd zijn
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal wegebben
    • zij zullen wegebben
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal zijn weggeëbd
    • zij zullen zijn weggeëbd