Vervoeging van wegrationaliseren

Onbepaalde wijs (infinitief): wegrationaliseren

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik rationaliseer weg
    • jij rationaliseert weg
    • hij/zij/het rationaliseert weg
    • wij rationaliseren weg
    • jullie rationaliseren weg
    • zij rationaliseren weg
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik rationaliseerde weg
    • jij rationaliseerde weg
    • hij/zij/het rationaliseerde weg
    • wij rationaliseerden weg
    • jullie rationaliseerden weg
    • zij rationaliseerden weg
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb weggerationaliseerd
    • jij hebt weggerationaliseerd
    • hij/zij/het heeft weggerationaliseerd
    • wij hebben weggerationaliseerd
    • jullie hebben weggerationaliseerd
    • zij hebben weggerationaliseerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had weggerationaliseerd
    • jij had weggerationaliseerd
    • hij/zij/het had weggerationaliseerd
    • wij hadden weggerationaliseerd
    • jullie hadden weggerationaliseerd
    • zij hadden weggerationaliseerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal wegrationaliseren
    • jij zult wegrationaliseren
    • hij/zij/het zal wegrationaliseren
    • wij zullen wegrationaliseren
    • jullie zullen wegrationaliseren
    • zij zullen wegrationaliseren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal weggerationaliseerd hebben
    • jij zult weggerationaliseerd hebben
    • hij/zij/het zal weggerationaliseerd hebben
    • wij zullen weggerationaliseerd hebben
    • jullie zullen weggerationaliseerd hebben
    • zij zullen weggerationaliseerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou wegrationaliseren
    • jij zou wegrationaliseren
    • hij/zij/het zou wegrationaliseren
    • wij zouden wegrationaliseren
    • jullie zouden wegrationaliseren
    • zij zouden wegrationaliseren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben weggerationaliseerd
    • jij zou hebben weggerationaliseerd
    • hij/zij/het zou hebben weggerationaliseerd
    • wij zouden hebben weggerationaliseerd
    • jullie zouden hebben weggerationaliseerd
    • zij zouden hebben weggerationaliseerd
  • Imperatief

    • jij rationaliseer weg
    • jullie rationaliseert weg