Vervoeging van focussen
Onbepaalde wijs (infinitief): focussen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik focus
- jij focust
- hij/zij/het focust
- wij focussen
- jullie focussen
- zij focussen
Onvoltooid verleden tijd
- ik focuste
- jij focuste
- hij/zij/het focuste
- wij focusten
- jullie focusten
- zij focusten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gefocust
- jij hebt gefocust
- hij/zij/het heeft gefocust
- wij hebben gefocust
- jullie hebben gefocust
- zij hebben gefocust
Voltooid verleden tijd
- ik had gefocust
- jij had gefocust
- hij/zij/het had gefocust
- wij hadden gefocust
- jullie hadden gefocust
- zij hadden gefocust
Toekomende tijd I
- ik zal focussen
- jij zult focussen
- hij/zij/het zal focussen
- wij zullen focussen
- jullie zullen focussen
- zij zullen focussen
Toekomende tijd II
- ik zal gefocust hebben
- jij zult gefocust hebben
- hij/zij/het zal gefocust hebben
- wij zullen gefocust hebben
- jullie zullen gefocust hebben
- zij zullen gefocust hebben
Conditionalis I
- ik zou focussen
- jij zou focussen
- hij/zij/het zou focussen
- wij zouden focussen
- jullie zouden focussen
- zij zouden focussen
Conditionalis II
- ik zou hebben gefocust
- jij zou hebben gefocust
- hij/zij/het zou hebben gefocust
- wij zouden hebben gefocust
- jullie zouden hebben gefocust
- zij zouden hebben gefocust
Imperatief
- jij focus
- jullie focust