Vervoeging van handballen
Onbepaalde wijs (infinitief): handballen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik handbal
- jij handbalt
- hij/zij/het handbalt
- wij handballen
- jullie handballen
- zij handballen
Onvoltooid verleden tijd
- ik handbalde
- jij handbalde
- hij/zij/het handbalde
- wij handbalden
- jullie handbalden
- zij handbalden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gehandbald
- jij hebt gehandbald
- hij/zij/het heeft gehandbald
- wij hebben gehandbald
- jullie hebben gehandbald
- zij hebben gehandbald
Voltooid verleden tijd
- ik had gehandbald
- jij had gehandbald
- hij/zij/het had gehandbald
- wij hadden gehandbald
- jullie hadden gehandbald
- zij hadden gehandbald
Toekomende tijd I
- ik zal handballen
- jij zult handballen
- hij/zij/het zal handballen
- wij zullen handballen
- jullie zullen handballen
- zij zullen handballen
Toekomende tijd II
- ik zal gehandbald hebben
- jij zult gehandbald hebben
- hij/zij/het zal gehandbald hebben
- wij zullen gehandbald hebben
- jullie zullen gehandbald hebben
- zij zullen gehandbald hebben
Conditionalis I
- ik zou handballen
- jij zou handballen
- hij/zij/het zou handballen
- wij zouden handballen
- jullie zouden handballen
- zij zouden handballen
Conditionalis II
- ik zou hebben gehandbald
- jij zou hebben gehandbald
- hij/zij/het zou hebben gehandbald
- wij zouden hebben gehandbald
- jullie zouden hebben gehandbald
- zij zouden hebben gehandbald
Imperatief
- jij handbal
- jullie handbalt