Vervoeging van verwaarlozen
Onbepaalde wijs (infinitief): verwaarlozen
				
				Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verwaarloos
 - jij verwaarloost
 - hij/zij/het verwaarloost
 - wij verwaarlozen
 - jullie verwaarlozen
 - zij verwaarlozen
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik verwaarloosde
 - jij verwaarloosde
 - hij/zij/het verwaarloosde
 - wij verwaarloosden
 - jullie verwaarloosden
 - zij verwaarloosden
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verwaarloosd
 - jij hebt verwaarloosd
 - hij/zij/het heeft verwaarloosd
 - wij hebben verwaarloosd
 - jullie hebben verwaarloosd
 - zij hebben verwaarloosd
 
Voltooid verleden tijd
- ik had verwaarloosd
 - jij had verwaarloosd
 - hij/zij/het had verwaarloosd
 - wij hadden verwaarloosd
 - jullie hadden verwaarloosd
 - zij hadden verwaarloosd
 
Toekomende tijd I
- ik zal verwaarlozen
 - jij zult verwaarlozen
 - hij/zij/het zal verwaarlozen
 - wij zullen verwaarlozen
 - jullie zullen verwaarlozen
 - zij zullen verwaarlozen
 
Toekomende tijd II
- ik zal verwaarloosd hebben
 - jij zult verwaarloosd hebben
 - hij/zij/het zal verwaarloosd hebben
 - wij zullen verwaarloosd hebben
 - jullie zullen verwaarloosd hebben
 - zij zullen verwaarloosd hebben
 
Conditionalis I
- ik zou verwaarlozen
 - jij zou verwaarlozen
 - hij/zij/het zou verwaarlozen
 - wij zouden verwaarlozen
 - jullie zouden verwaarlozen
 - zij zouden verwaarlozen
 
Conditionalis II
- ik zou hebben verwaarloosd
 - jij zou hebben verwaarloosd
 - hij/zij/het zou hebben verwaarloosd
 - wij zouden hebben verwaarloosd
 - jullie zouden hebben verwaarloosd
 - zij zouden hebben verwaarloosd
 
Imperatief
- jij verwaarloos
 - jullie verwaarloost