Vervoeging van vertikken
Onbepaalde wijs (infinitief): vertikken
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vertik
- jij vertikt
- hij/zij/het vertikt
- wij vertikken
- jullie vertikken
- zij vertikken
Present
- I reject
- you reject
- he/she/it rejects
- we reject
- you reject
- they reject
Onvoltooid verleden tijd
- ik vertikte
- jij vertikte
- hij/zij/het vertikte
- wij vertikten
- jullie vertikten
- zij vertikten
Simple past
- I rejected
- you rejected
- he/she/it rejected
- we rejected
- you rejected
- they rejected
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vertikt
- jij hebt vertikt
- hij/zij/het heeft vertikt
- wij hebben vertikt
- jullie hebben vertikt
- zij hebben vertikt
Present perfect
- I have rejected
- you have rejected
- he/she/it has rejected
- we have rejected
- you have rejected
- they have rejected
Voltooid verleden tijd
- ik had vertikt
- jij had vertikt
- hij/zij/het had vertikt
- wij hadden vertikt
- jullie hadden vertikt
- zij hadden vertikt
Past perfect
- I had rejected
- you had rejected
- he/she/it had rejected
- we had rejected
- you had rejected
- they had rejected
Toekomende tijd I
- ik zal vertikken
- jij zult vertikken
- hij/zij/het zal vertikken
- wij zullen vertikken
- jullie zullen vertikken
- zij zullen vertikken
Future
- I will reject
- you will reject
- he/she/it will reject
- we will reject
- you will reject
- they will reject
Toekomende tijd II
- ik zal vertikt hebben
- jij zult vertikt hebben
- hij/zij/het zal vertikt hebben
- wij zullen vertikt hebben
- jullie zullen vertikt hebben
- zij zullen vertikt hebben
Future perfect
- I will have rejected
- you will have rejected
- he/she/it will have rejected
- we will have rejected
- you will have rejected
- they will have rejected
Conditionalis I
- ik zou vertikken
- jij zou vertikken
- hij/zij/het zou vertikken
- wij zouden vertikken
- jullie zouden vertikken
- zij zouden vertikken
Conditional present
- I would reject
- you would reject
- he/she/it would reject
- we would reject
- you would reject
- they would reject
Conditionalis II
- ik zou hebben vertikt
- jij zou hebben vertikt
- hij/zij/het zou hebben vertikt
- wij zouden hebben vertikt
- jullie zouden hebben vertikt
- zij zouden hebben vertikt
Conditional perfect
- I would have rejected
- you would have rejected
- he/she/it would have rejected
- we would have rejected
- you would have rejected
- they would have rejected
Imperatief
- jij vertik
- jullie vertikt
Imperative
- you reject
- you reject