Vervoeging van behartigen

Onbepaalde wijs (infinitief): behartigen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik behartig
  • jij behartigt
  • hij/zij/het behartigt
  • wij behartigen
  • jullie behartigen
  • zij behartigen

Present

  • I maintain
  • you maintain
  • he/she/it maintains
  • we maintain
  • you maintain
  • they maintain

Onvoltooid verleden tijd

  • ik behartigde
  • jij behartigde
  • hij/zij/het behartigde
  • wij behartigden
  • jullie behartigden
  • zij behartigden

Simple past

  • I maintained
  • you maintained
  • he/she/it maintained
  • we maintained
  • you maintained
  • they maintained

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb behartigd
  • jij hebt behartigd
  • hij/zij/het heeft behartigd
  • wij hebben behartigd
  • jullie hebben behartigd
  • zij hebben behartigd

Present perfect

  • I have maintained
  • you have maintained
  • he/she/it has maintained
  • we have maintained
  • you have maintained
  • they have maintained

Voltooid verleden tijd

  • ik had behartigd
  • jij had behartigd
  • hij/zij/het had behartigd
  • wij hadden behartigd
  • jullie hadden behartigd
  • zij hadden behartigd

Past perfect

  • I had maintained
  • you had maintained
  • he/she/it had maintained
  • we had maintained
  • you had maintained
  • they had maintained

Toekomende tijd I

  • ik zal behartigen
  • jij zult behartigen
  • hij/zij/het zal behartigen
  • wij zullen behartigen
  • jullie zullen behartigen
  • zij zullen behartigen

Future

  • I will maintain
  • you will maintain
  • he/she/it will maintain
  • we will maintain
  • you will maintain
  • they will maintain

Toekomende tijd II

  • ik zal behartigd hebben
  • jij zult behartigd hebben
  • hij/zij/het zal behartigd hebben
  • wij zullen behartigd hebben
  • jullie zullen behartigd hebben
  • zij zullen behartigd hebben

Future perfect

  • I will have maintained
  • you will have maintained
  • he/she/it will have maintained
  • we will have maintained
  • you will have maintained
  • they will have maintained

Conditionalis I

  • ik zou behartigen
  • jij zou behartigen
  • hij/zij/het zou behartigen
  • wij zouden behartigen
  • jullie zouden behartigen
  • zij zouden behartigen

Conditional present

  • I would maintain
  • you would maintain
  • he/she/it would maintain
  • we would maintain
  • you would maintain
  • they would maintain

Conditionalis II

  • ik zou hebben behartigd
  • jij zou hebben behartigd
  • hij/zij/het zou hebben behartigd
  • wij zouden hebben behartigd
  • jullie zouden hebben behartigd
  • zij zouden hebben behartigd

Conditional perfect

  • I would have maintained
  • you would have maintained
  • he/she/it would have maintained
  • we would have maintained
  • you would have maintained
  • they would have maintained

Imperatief

  • jij behartig
  • jullie behartigt

Imperative

  • you maintain
  • you maintain

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van behartigen