Vervoeging van proesten
Onbepaalde wijs (infinitief): proesten
Er is helaas geen Engelse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik proest
- jij proest
- hij/zij/het proest
- wij proesten
- jullie proesten
- zij proesten
Onvoltooid verleden tijd
- ik proestte
- jij proestte
- hij/zij/het proestte
- wij proestten
- jullie proestten
- zij proestten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geproest
- jij hebt geproest
- hij/zij/het heeft geproest
- wij hebben geproest
- jullie hebben geproest
- zij hebben geproest
Voltooid verleden tijd
- ik had geproest
- jij had geproest
- hij/zij/het had geproest
- wij hadden geproest
- jullie hadden geproest
- zij hadden geproest
Toekomende tijd I
- ik zal proesten
- jij zult proesten
- hij/zij/het zal proesten
- wij zullen proesten
- jullie zullen proesten
- zij zullen proesten
Toekomende tijd II
- ik zal geproest hebben
- jij zult geproest hebben
- hij/zij/het zal geproest hebben
- wij zullen geproest hebben
- jullie zullen geproest hebben
- zij zullen geproest hebben
Conditionalis I
- ik zou proesten
- jij zou proesten
- hij/zij/het zou proesten
- wij zouden proesten
- jullie zouden proesten
- zij zouden proesten
Conditionalis II
- ik zou hebben geproest
- jij zou hebben geproest
- hij/zij/het zou hebben geproest
- wij zouden hebben geproest
- jullie zouden hebben geproest
- zij zouden hebben geproest
Imperatief
- jij proest
- jullie proest