Vervoeging van uniformeren

Onbepaalde wijs (infinitief): uniformeren

Er is helaas geen Engelse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik uniformeer
    • jij uniformeert
    • hij/zij/het uniformeert
    • wij uniformeren
    • jullie uniformeren
    • zij uniformeren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik uniformeerde
    • jij uniformeerde
    • hij/zij/het uniformeerde
    • wij uniformeerden
    • jullie uniformeerden
    • zij uniformeerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb geüniformeerd
    • jij hebt geüniformeerd
    • hij/zij/het heeft geüniformeerd
    • wij hebben geüniformeerd
    • jullie hebben geüniformeerd
    • zij hebben geüniformeerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had geüniformeerd
    • jij had geüniformeerd
    • hij/zij/het had geüniformeerd
    • wij hadden geüniformeerd
    • jullie hadden geüniformeerd
    • zij hadden geüniformeerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal uniformeren
    • jij zult uniformeren
    • hij/zij/het zal uniformeren
    • wij zullen uniformeren
    • jullie zullen uniformeren
    • zij zullen uniformeren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal geüniformeerd hebben
    • jij zult geüniformeerd hebben
    • hij/zij/het zal geüniformeerd hebben
    • wij zullen geüniformeerd hebben
    • jullie zullen geüniformeerd hebben
    • zij zullen geüniformeerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou uniformeren
    • jij zou uniformeren
    • hij/zij/het zou uniformeren
    • wij zouden uniformeren
    • jullie zouden uniformeren
    • zij zouden uniformeren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben geüniformeerd
    • jij zou hebben geüniformeerd
    • hij/zij/het zou hebben geüniformeerd
    • wij zouden hebben geüniformeerd
    • jullie zouden hebben geüniformeerd
    • zij zouden hebben geüniformeerd
  • Imperatief

    • jij uniformeer
    • jullie uniformeert

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van uniformeren