Vervoeging van betoveren
Onbepaalde wijs (infinitief): betoveren
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het betovert
Indicativo presente
- él/ella fascina
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het betoverde
Indefinido
- él/ella fascinó
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft betoverd
Pretérito perfecto compuesto
- él/ella ha fascinado
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had betoverd
Pluscuamperfecto
- él/ella había fascinado
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal betoveren
Futuro I
- él/ella fascinará
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal betoverd hebben
Futuro perfecto
- él/ella habrá fascinado
Conditionalis I
- hij/zij/het zou betoveren
Condicional
- él/ella fascinaría
Conditionalis II
- hij/zij/het zou hebben betoverd
Condicional perfecto
- él/ella habría fascinado