Vervoeging van donderstenen
Onbepaalde wijs (infinitief): donderstenen
				
				Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik dondersteen
 - jij dondersteent
 - hij/zij/het dondersteent
 - wij donderstenen
 - jullie donderstenen
 - zij donderstenen
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik dondersteende
 - jij dondersteende
 - hij/zij/het dondersteende
 - wij dondersteenden
 - jullie dondersteenden
 - zij dondersteenden
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gedondersteend
 - jij hebt gedondersteend
 - hij/zij/het heeft gedondersteend
 - wij hebben gedondersteend
 - jullie hebben gedondersteend
 - zij hebben gedondersteend
 
Voltooid verleden tijd
- ik had gedondersteend
 - jij had gedondersteend
 - hij/zij/het had gedondersteend
 - wij hadden gedondersteend
 - jullie hadden gedondersteend
 - zij hadden gedondersteend
 
Toekomende tijd I
- ik zal donderstenen
 - jij zult donderstenen
 - hij/zij/het zal donderstenen
 - wij zullen donderstenen
 - jullie zullen donderstenen
 - zij zullen donderstenen
 
Toekomende tijd II
- ik zal gedondersteend hebben
 - jij zult gedondersteend hebben
 - hij/zij/het zal gedondersteend hebben
 - wij zullen gedondersteend hebben
 - jullie zullen gedondersteend hebben
 - zij zullen gedondersteend hebben
 
Conditionalis I
- ik zou donderstenen
 - jij zou donderstenen
 - hij/zij/het zou donderstenen
 - wij zouden donderstenen
 - jullie zouden donderstenen
 - zij zouden donderstenen
 
Conditionalis II
- ik zou hebben gedondersteend
 - jij zou hebben gedondersteend
 - hij/zij/het zou hebben gedondersteend
 - wij zouden hebben gedondersteend
 - jullie zouden hebben gedondersteend
 - zij zouden hebben gedondersteend
 
Imperatief
- jij dondersteen
 - jullie dondersteent