Vervoeging van vertwijfelen
Onbepaalde wijs (infinitief): vertwijfelen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vertwijfel
- jij vertwijfelt
- hij/zij/het vertwijfelt
- wij vertwijfelen
- jullie vertwijfelen
- zij vertwijfelen
Onvoltooid verleden tijd
- ik vertwijfelde
- jij vertwijfelde
- hij/zij/het vertwijfelde
- wij vertwijfelden
- jullie vertwijfelden
- zij vertwijfelden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vertwijfeld
- jij hebt vertwijfeld
- hij/zij/het heeft vertwijfeld
- wij hebben vertwijfeld
- jullie hebben vertwijfeld
- zij hebben vertwijfeld
Voltooid verleden tijd
- ik had vertwijfeld
- jij had vertwijfeld
- hij/zij/het had vertwijfeld
- wij hadden vertwijfeld
- jullie hadden vertwijfeld
- zij hadden vertwijfeld
Toekomende tijd I
- ik zal vertwijfelen
- jij zult vertwijfelen
- hij/zij/het zal vertwijfelen
- wij zullen vertwijfelen
- jullie zullen vertwijfelen
- zij zullen vertwijfelen
Toekomende tijd II
- ik zal vertwijfeld hebben
- jij zult vertwijfeld hebben
- hij/zij/het zal vertwijfeld hebben
- wij zullen vertwijfeld hebben
- jullie zullen vertwijfeld hebben
- zij zullen vertwijfeld hebben
Conditionalis I
- ik zou vertwijfelen
- jij zou vertwijfelen
- hij/zij/het zou vertwijfelen
- wij zouden vertwijfelen
- jullie zouden vertwijfelen
- zij zouden vertwijfelen
Conditionalis II
- ik zou hebben vertwijfeld
- jij zou hebben vertwijfeld
- hij/zij/het zou hebben vertwijfeld
- wij zouden hebben vertwijfeld
- jullie zouden hebben vertwijfeld
- zij zouden hebben vertwijfeld
Imperatief
- jij vertwijfel
- jullie vertwijfelt