Vervoeging van voorbijglijden
Onbepaalde wijs (infinitief): voorbijglijden
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik glijd voorbij
- jij glijdt voorbij
- hij/zij/het glijdt voorbij
- wij glijden voorbij
- jullie glijden voorbij
- zij glijden voorbij
Onvoltooid verleden tijd
- ik gleed voorbij
- jij gleed voorbij
- hij/zij/het gleed voorbij
- wij gleden voorbij
- jullie gleden voorbij
- zij gleden voorbij
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben voorbijgegleden
- jij bent voorbijgegleden
- hij/zij/het is voorbijgegleden
- wij zijn voorbijgegleden
- jullie zijn voorbijgegleden
- zij zijn voorbijgegleden
Voltooid verleden tijd
- ik was voorbijgegleden
- jij was voorbijgegleden
- hij/zij/het was voorbijgegleden
- wij waren voorbijgegleden
- jullie waren voorbijgegleden
- zij waren voorbijgegleden
Toekomende tijd I
- ik zal voorbijglijden
- jij zult voorbijglijden
- hij/zij/het zal voorbijglijden
- wij zullen voorbijglijden
- jullie zullen voorbijglijden
- zij zullen voorbijglijden
Toekomende tijd II
- ik zal voorbijgegleden zijn
- jij zult voorbijgegleden zijn
- hij/zij/het zal voorbijgegleden zijn
- wij zullen voorbijgegleden zijn
- jullie zullen voorbijgegleden zijn
- zij zullen voorbijgegleden zijn
Conditionalis I
- ik zou voorbijglijden
- jij zou voorbijglijden
- hij/zij/het zou voorbijglijden
- wij zouden voorbijglijden
- jullie zouden voorbijglijden
- zij zouden voorbijglijden
Conditionalis II
- ik zou zijn voorbijgegleden
- jij zou zijn voorbijgegleden
- hij/zij/het zou zijn voorbijgegleden
- wij zouden zijn voorbijgegleden
- jullie zouden zijn voorbijgegleden
- zij zouden zijn voorbijgegleden
Imperatief
- jij glijd voorbij
- jullie glijdt voorbij