Vervoeging van wrokken
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik wrok
- jij wrokt
- hij/zij/het wrokt
- wij wrokken
- jullie wrokken
- zij wrokken
Onvoltooid verleden tijd
- ik wrokte
- jij wrokte
- hij/zij/het wrokte
- wij wrokten
- jullie wrokten
- zij wrokten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gewrokt
- jij hebt gewrokt
- hij/zij/het heeft gewrokt
- wij hebben gewrokt
- jullie hebben gewrokt
- zij hebben gewrokt
Voltooid verleden tijd
- ik had gewrokt
- jij had gewrokt
- hij/zij/het had gewrokt
- wij hadden gewrokt
- jullie hadden gewrokt
- zij hadden gewrokt
Toekomende tijd I
- ik zal wrokken
- jij zult wrokken
- hij/zij/het zal wrokken
- wij zullen wrokken
- jullie zullen wrokken
- zij zullen wrokken
Toekomende tijd II
- ik zal gewrokt hebben
- jij zult gewrokt hebben
- hij/zij/het zal gewrokt hebben
- wij zullen gewrokt hebben
- jullie zullen gewrokt hebben
- zij zullen gewrokt hebben
Conditionalis I
- ik zou wrokken
- jij zou wrokken
- hij/zij/het zou wrokken
- wij zouden wrokken
- jullie zouden wrokken
- zij zouden wrokken
Conditionalis II
- ik zou hebben gewrokt
- jij zou hebben gewrokt
- hij/zij/het zou hebben gewrokt
- wij zouden hebben gewrokt
- jullie zouden hebben gewrokt
- zij zouden hebben gewrokt
Imperatief
- jij wrok
- jullie wrokt