Vervoeging van aanleveren
Onbepaalde wijs (infinitief): aanleveren
				
				Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik lever aan
 - jij levert aan
 - hij/zij/het levert aan
 - wij leveren aan
 - jullie leveren aan
 - zij leveren aan
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik leverde aan
 - jij leverde aan
 - hij/zij/het leverde aan
 - wij leverden aan
 - jullie leverden aan
 - zij leverden aan
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangeleverd
 - jij hebt aangeleverd
 - hij/zij/het heeft aangeleverd
 - wij hebben aangeleverd
 - jullie hebben aangeleverd
 - zij hebben aangeleverd
 
Voltooid verleden tijd
- ik had aangeleverd
 - jij had aangeleverd
 - hij/zij/het had aangeleverd
 - wij hadden aangeleverd
 - jullie hadden aangeleverd
 - zij hadden aangeleverd
 
Toekomende tijd I
- ik zal aanleveren
 - jij zult aanleveren
 - hij/zij/het zal aanleveren
 - wij zullen aanleveren
 - jullie zullen aanleveren
 - zij zullen aanleveren
 
Toekomende tijd II
- ik zal aangeleverd hebben
 - jij zult aangeleverd hebben
 - hij/zij/het zal aangeleverd hebben
 - wij zullen aangeleverd hebben
 - jullie zullen aangeleverd hebben
 - zij zullen aangeleverd hebben
 
Conditionalis I
- ik zou aanleveren
 - jij zou aanleveren
 - hij/zij/het zou aanleveren
 - wij zouden aanleveren
 - jullie zouden aanleveren
 - zij zouden aanleveren
 
Conditionalis II
- ik zou hebben aangeleverd
 - jij zou hebben aangeleverd
 - hij/zij/het zou hebben aangeleverd
 - wij zouden hebben aangeleverd
 - jullie zouden hebben aangeleverd
 - zij zouden hebben aangeleverd
 
Imperatief
- jij lever aan
 - jullie levert aan