Vervoeging van gloren
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
- Onvoltooid tegenwoordige tijd- hij/zij/het gloort
- zij gloren
 
- Onvoltooid verleden tijd- hij/zij/het gloorde
- zij gloorden
 
- Voltooid tegenwoordige tijd- hij/zij/het heeft gegloord
- zij hebben gegloord
 
- Voltooid verleden tijd- hij/zij/het had gegloord
- zij hadden gegloord
 
- Toekomende tijd I- hij/zij/het zal gloren
- zij zult gloren
 
- Toekomende tijd II- hij/zij/het zal gegloord hebben
- zij zult gegloord hebben
 
- Conditionalis I- hij/zij/het zal gloren
- zij zullen gloren
 
- Conditionalis II- hij/zij/het zal hebben gegloord
- zij zullen hebben gegloord