Vervoeging van neuriën
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik neurie
- jij neuriet
- hij/zij/het neuriet
- wij neuriën
- jullie neuriën
- zij neuriën
Onvoltooid verleden tijd
- ik neuriede
- jij neuriede
- hij/zij/het neuriede
- wij neurieden
- jullie neurieden
- zij neurieden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geneuried
- jij hebt geneuried
- hij/zij/het heeft geneuried
- wij hebben geneuried
- jullie hebben geneuried
- zij hebben geneuried
Voltooid verleden tijd
- ik had geneuried
- jij had geneuried
- hij/zij/het had geneuried
- wij hadden geneuried
- jullie hadden geneuried
- zij hadden geneuried
Toekomende tijd I
- ik zal neuriën
- jij zult neuriën
- hij/zij/het zal neuriën
- wij zullen neuriën
- jullie zullen neuriën
- zij zullen neuriën
Toekomende tijd II
- ik zal geneuried hebben
- jij zult geneuried hebben
- hij/zij/het zal geneuried hebben
- wij zullen geneuried hebben
- jullie zullen geneuried hebben
- zij zullen geneuried hebben
Conditionalis I
- ik zou neuriën
- jij zou neuriën
- hij/zij/het zou neuriën
- wij zouden neuriën
- jullie zouden neuriën
- zij zouden neuriën
Conditionalis II
- ik zou hebben geneuried
- jij zou hebben geneuried
- hij/zij/het zou hebben geneuried
- wij zouden hebben geneuried
- jullie zouden hebben geneuried
- zij zouden hebben geneuried
Imperatief
- jij neurie
- jullie neuriet