Vervoeging van spijten
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik spijt
- jij spijt
- hij/zij/het spijt
- wij spijten
- jullie spijten
- zij spijten
Onvoltooid verleden tijd
- ik speet
- jij speet
- hij/zij/het speet
- wij speten
- jullie speten
- zij speten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gespeten
- jij hebt gespeten
- hij/zij/het heeft gespeten
- wij hebben gespeten
- jullie hebben gespeten
- zij hebben gespeten
Voltooid verleden tijd
- ik had gespeten
- jij had gespeten
- hij/zij/het had gespeten
- wij hadden gespeten
- jullie hadden gespeten
- zij hadden gespeten
Toekomende tijd I
- ik zal spijten
- jij zult spijten
- hij/zij/het zal spijten
- wij zullen spijten
- jullie zullen spijten
- zij zullen spijten
Toekomende tijd II
- ik zal gespeten hebben
- jij zult gespeten hebben
- hij/zij/het zal gespeten hebben
- wij zullen gespeten hebben
- jullie zullen gespeten hebben
- zij zullen gespeten hebben
Conditionalis I
- ik zou spijten
- jij zou spijten
- hij/zij/het zou spijten
- wij zouden spijten
- jullie zouden spijten
- zij zouden spijten
Conditionalis II
- ik zou hebben gespeten
- jij zou hebben gespeten
- hij/zij/het zou hebben gespeten
- wij zouden hebben gespeten
- jullie zouden hebben gespeten
- zij zouden hebben gespeten