Vervoeging van tarreren

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik tarreer
    • jij tarreert
    • hij/zij/het tarreert
    • wij tarreren
    • jullie tarreren
    • zij tarreren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik tarreerde
    • jij tarreerde
    • hij/zij/het tarreerde
    • wij tarreerden
    • jullie tarreerden
    • zij tarreerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb getarreerd
    • jij hebt getarreerd
    • hij/zij/het heeft getarreerd
    • wij hebben getarreerd
    • jullie hebben getarreerd
    • zij hebben getarreerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had getarreerd
    • jij had getarreerd
    • hij/zij/het had getarreerd
    • wij hadden getarreerd
    • jullie hadden getarreerd
    • zij hadden getarreerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal tarreren
    • jij zult tarreren
    • hij/zij/het zal tarreren
    • wij zullen tarreren
    • jullie zullen tarreren
    • zij zullen tarreren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal getarreerd hebben
    • jij zult getarreerd hebben
    • hij/zij/het zal getarreerd hebben
    • wij zullen getarreerd hebben
    • jullie zullen getarreerd hebben
    • zij zullen getarreerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou tarreren
    • jij zou tarreren
    • hij/zij/het zou tarreren
    • wij zouden tarreren
    • jullie zouden tarreren
    • zij zouden tarreren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben getarreerd
    • jij zou hebben getarreerd
    • hij/zij/het zou hebben getarreerd
    • wij zouden hebben getarreerd
    • jullie zouden hebben getarreerd
    • zij zouden hebben getarreerd
  • Imperatief

    • jij tarreer
    • jullie tarreert