Vervoeging van voldekken
Onbepaalde wijs (infinitief): voldekken
				
				Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik dek vol
 - jij dekt vol
 - hij/zij/het dekt vol
 - wij dekken vol
 - jullie dekken vol
 - zij dekken vol
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik dekte vol
 - jij dekte vol
 - hij/zij/het dekte vol
 - wij dekten vol
 - jullie dekten vol
 - zij dekten vol
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb volgedekt
 - jij hebt volgedekt
 - hij/zij/het heeft volgedekt
 - wij hebben volgedekt
 - jullie hebben volgedekt
 - zij hebben volgedekt
 
Voltooid verleden tijd
- ik had volgedekt
 - jij had volgedekt
 - hij/zij/het had volgedekt
 - wij hadden volgedekt
 - jullie hadden volgedekt
 - zij hadden volgedekt
 
Toekomende tijd I
- ik zal voldekken
 - jij zult voldekken
 - hij/zij/het zal voldekken
 - wij zullen voldekken
 - jullie zullen voldekken
 - zij zullen voldekken
 
Toekomende tijd II
- ik zal volgedekt hebben
 - jij zult volgedekt hebben
 - hij/zij/het zal volgedekt hebben
 - wij zullen volgedekt hebben
 - jullie zullen volgedekt hebben
 - zij zullen volgedekt hebben
 
Conditionalis I
- ik zou voldekken
 - jij zou voldekken
 - hij/zij/het zou voldekken
 - wij zouden voldekken
 - jullie zouden voldekken
 - zij zouden voldekken
 
Conditionalis II
- ik zou hebben volgedekt
 - jij zou hebben volgedekt
 - hij/zij/het zou hebben volgedekt
 - wij zouden hebben volgedekt
 - jullie zouden hebben volgedekt
 - zij zouden hebben volgedekt
 
Imperatief
- jij dek vol
 - jullie dekt vol