Vervoeging van doorwaaien
Onbepaalde wijs (infinitief): doorwaaien
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het doorwaait
Presente
- lui/lei/Lei arieggia
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het doorwaaide
Imperfetto
- lui/lei/Lei arieggiava
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft doorwaaid
Passato prossimo
- lui/lei/Lei ha arieggiato
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had doorwaaid
Trapassato prossimo
- lui/lei/Lei aveva arieggiato
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal doorwaaien
Futuro semplice
- lui/lei/Lei arieggerà
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal doorwaaid hebben
Futuro anteriore
- lui/lei/Lei avrà arieggiato
Conditionalis I
- hij/zij/het zult doorwaaien
Condizionale presente
- lui/lei/Lei arieggerebbe
Conditionalis II
- hij/zij/het zult hebben doorwaaid
Condizionale passato
- lui/lei/Lei avrebbe arieggiato