Vervoeging van adjusteren
Onbepaalde wijs (infinitief): adjusteren
				
				Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
- Onvoltooid tegenwoordige tijd- ik adjusteer
- jij adjusteert
- hij/zij/het adjusteert
- wij adjusteren
- jullie adjusteren
- zij adjusteren
 
- Onvoltooid verleden tijd- ik adjusteerde
- jij adjusteerde
- hij/zij/het adjusteerde
- wij adjusteerden
- jullie adjusteerden
- zij adjusteerden
 
- Voltooid tegenwoordige tijd- ik heb geadjusteerd
- jij hebt geadjusteerd
- hij/zij/het heeft geadjusteerd
- wij hebben geadjusteerd
- jullie hebben geadjusteerd
- zij hebben geadjusteerd
 
- Voltooid verleden tijd- ik had geadjusteerd
- jij had geadjusteerd
- hij/zij/het had geadjusteerd
- wij hadden geadjusteerd
- jullie hadden geadjusteerd
- zij hadden geadjusteerd
 
- Toekomende tijd I- ik zal adjusteren
- jij zult adjusteren
- hij/zij/het zal adjusteren
- wij zullen adjusteren
- jullie zullen adjusteren
- zij zullen adjusteren
 
- Toekomende tijd II- ik zal geadjusteerd hebben
- jij zult geadjusteerd hebben
- hij/zij/het zal geadjusteerd hebben
- wij zullen geadjusteerd hebben
- jullie zullen geadjusteerd hebben
- zij zullen geadjusteerd hebben
 
- Conditionalis I- ik zou adjusteren
- jij zou adjusteren
- hij/zij/het zou adjusteren
- wij zouden adjusteren
- jullie zouden adjusteren
- zij zouden adjusteren
 
- Conditionalis II- ik zou hebben geadjusteerd
- jij zou hebben geadjusteerd
- hij/zij/het zou hebben geadjusteerd
- wij zouden hebben geadjusteerd
- jullie zouden hebben geadjusteerd
- zij zouden hebben geadjusteerd
 
- Imperatief- jij adjusteer
- jullie adjusteert