Vervoeging van bemantelen
Onbepaalde wijs (infinitief): bemantelen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bemantel
- jij bemantelt
- hij/zij/het bemantelt
- wij bemantelen
- jullie bemantelen
- zij bemantelen
Onvoltooid verleden tijd
- ik bemantelde
- jij bemantelde
- hij/zij/het bemantelde
- wij bemantelden
- jullie bemantelden
- zij bemantelden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bemanteld
- jij hebt bemanteld
- hij/zij/het heeft bemanteld
- wij hebben bemanteld
- jullie hebben bemanteld
- zij hebben bemanteld
Voltooid verleden tijd
- ik had bemanteld
- jij had bemanteld
- hij/zij/het had bemanteld
- wij hadden bemanteld
- jullie hadden bemanteld
- zij hadden bemanteld
Toekomende tijd I
- ik zal bemantelen
- jij zult bemantelen
- hij/zij/het zal bemantelen
- wij zullen bemantelen
- jullie zullen bemantelen
- zij zullen bemantelen
Toekomende tijd II
- ik zal bemanteld hebben
- jij zult bemanteld hebben
- hij/zij/het zal bemanteld hebben
- wij zullen bemanteld hebben
- jullie zullen bemanteld hebben
- zij zullen bemanteld hebben
Conditionalis I
- ik zou bemantelen
- jij zou bemantelen
- hij/zij/het zou bemantelen
- wij zouden bemantelen
- jullie zouden bemantelen
- zij zouden bemantelen
Conditionalis II
- ik zou hebben bemanteld
- jij zou hebben bemanteld
- hij/zij/het zou hebben bemanteld
- wij zouden hebben bemanteld
- jullie zouden hebben bemanteld
- zij zouden hebben bemanteld
Imperatief
- jij bemantel
- jullie bemantelt