Vervoeging van bezwijken
Onbepaalde wijs (infinitief): bezwijken
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bezwijk
- jij bezwijkt
- hij/zij/het bezwijkt
- wij bezwijken
- jullie bezwijken
- zij bezwijken
Onvoltooid verleden tijd
- ik bezweek
- jij bezweek
- hij/zij/het bezweek
- wij bezweken
- jullie bezweken
- zij bezweken
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben bezweken
- jij bent bezweken
- hij/zij/het is bezweken
- wij zijn bezweken
- jullie zijn bezweken
- zij zijn bezweken
Voltooid verleden tijd
- ik was bezweken
- jij was bezweken
- hij/zij/het was bezweken
- wij waren bezweken
- jullie waren bezweken
- zij waren bezweken
Toekomende tijd I
- ik zal bezwijken
- jij zult bezwijken
- hij/zij/het zal bezwijken
- wij zullen bezwijken
- jullie zullen bezwijken
- zij zullen bezwijken
Toekomende tijd II
- ik zal bezweken zijn
- jij zult bezweken zijn
- hij/zij/het zal bezweken zijn
- wij zullen bezweken zijn
- jullie zullen bezweken zijn
- zij zullen bezweken zijn
Conditionalis I
- ik zou bezwijken
- jij zou bezwijken
- hij/zij/het zou bezwijken
- wij zouden bezwijken
- jullie zouden bezwijken
- zij zouden bezwijken
Conditionalis II
- ik zou zijn bezweken
- jij zou zijn bezweken
- hij/zij/het zou zijn bezweken
- wij zouden zijn bezweken
- jullie zouden zijn bezweken
- zij zouden zijn bezweken
Imperatief
- jij bezwijk
- jullie bezwijkt