Vervoeging van bijstrijken
Onbepaalde wijs (infinitief): bijstrijken
				
				Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
- Onvoltooid tegenwoordige tijd- ik strijk bij
- jij strijkt bij
- hij/zij/het strijkt bij
- wij strijken bij
- jullie strijken bij
- zij strijken bij
 
- Onvoltooid verleden tijd- ik streek bij
- jij streek bij
- hij/zij/het streek bij
- wij streken bij
- jullie streken bij
- zij streken bij
 
- Voltooid tegenwoordige tijd- ik heb bijgestreken
- jij hebt bijgestreken
- hij/zij/het heeft bijgestreken
- wij hebben bijgestreken
- jullie hebben bijgestreken
- zij hebben bijgestreken
 
- Voltooid verleden tijd- ik had bijgestreken
- jij had bijgestreken
- hij/zij/het had bijgestreken
- wij hadden bijgestreken
- jullie hadden bijgestreken
- zij hadden bijgestreken
 
- Toekomende tijd I- ik zal bijstrijken
- jij zult bijstrijken
- hij/zij/het zal bijstrijken
- wij zullen bijstrijken
- jullie zullen bijstrijken
- zij zullen bijstrijken
 
- Toekomende tijd II- ik zal bijgestreken hebben
- jij zult bijgestreken hebben
- hij/zij/het zal bijgestreken hebben
- wij zullen bijgestreken hebben
- jullie zullen bijgestreken hebben
- zij zullen bijgestreken hebben
 
- Conditionalis I- ik zou bijstrijken
- jij zou bijstrijken
- hij/zij/het zou bijstrijken
- wij zouden bijstrijken
- jullie zouden bijstrijken
- zij zouden bijstrijken
 
- Conditionalis II- ik zou hebben bijgestreken
- jij zou hebben bijgestreken
- hij/zij/het zou hebben bijgestreken
- wij zouden hebben bijgestreken
- jullie zouden hebben bijgestreken
- zij zouden hebben bijgestreken
 
- Imperatief- jij strijk bij
- jullie strijkt bij