Vervoeging van blaaskaken
Onbepaalde wijs (infinitief): blaaskaken
				
				Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik blaaskaak
 - jij blaaskaakt
 - hij/zij/het blaaskaakt
 - wij blaaskaken
 - jullie blaaskaken
 - zij blaaskaken
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik blaaskaakte
 - jij blaaskaakte
 - hij/zij/het blaaskaakte
 - wij blaaskaakten
 - jullie blaaskaakten
 - zij blaaskaakten
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geblaaskaakt
 - jij hebt geblaaskaakt
 - hij/zij/het heeft geblaaskaakt
 - wij hebben geblaaskaakt
 - jullie hebben geblaaskaakt
 - zij hebben geblaaskaakt
 
Voltooid verleden tijd
- ik had geblaaskaakt
 - jij had geblaaskaakt
 - hij/zij/het had geblaaskaakt
 - wij hadden geblaaskaakt
 - jullie hadden geblaaskaakt
 - zij hadden geblaaskaakt
 
Toekomende tijd I
- ik zal blaaskaken
 - jij zult blaaskaken
 - hij/zij/het zal blaaskaken
 - wij zullen blaaskaken
 - jullie zullen blaaskaken
 - zij zullen blaaskaken
 
Toekomende tijd II
- ik zal geblaaskaakt hebben
 - jij zult geblaaskaakt hebben
 - hij/zij/het zal geblaaskaakt hebben
 - wij zullen geblaaskaakt hebben
 - jullie zullen geblaaskaakt hebben
 - zij zullen geblaaskaakt hebben
 
Conditionalis I
- ik zou blaaskaken
 - jij zou blaaskaken
 - hij/zij/het zou blaaskaken
 - wij zouden blaaskaken
 - jullie zouden blaaskaken
 - zij zouden blaaskaken
 
Conditionalis II
- ik zou hebben geblaaskaakt
 - jij zou hebben geblaaskaakt
 - hij/zij/het zou hebben geblaaskaakt
 - wij zouden hebben geblaaskaakt
 - jullie zouden hebben geblaaskaakt
 - zij zouden hebben geblaaskaakt
 
Imperatief
- jij blaaskaak
 - jullie blaaskaakt