Vervoeging van dilateren
Onbepaalde wijs (infinitief): dilateren
				
				Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik dilateer
 - jij dilateert
 - hij/zij/het dilateert
 - wij dilateren
 - jullie dilateren
 - zij dilateren
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik dilateerde
 - jij dilateerde
 - hij/zij/het dilateerde
 - wij dilateerden
 - jullie dilateerden
 - zij dilateerden
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gedilateerd
 - jij hebt gedilateerd
 - hij/zij/het heeft gedilateerd
 - wij hebben gedilateerd
 - jullie hebben gedilateerd
 - zij hebben gedilateerd
 
Voltooid verleden tijd
- ik had gedilateerd
 - jij had gedilateerd
 - hij/zij/het had gedilateerd
 - wij hadden gedilateerd
 - jullie hadden gedilateerd
 - zij hadden gedilateerd
 
Toekomende tijd I
- ik zal dilateren
 - jij zult dilateren
 - hij/zij/het zal dilateren
 - wij zullen dilateren
 - jullie zullen dilateren
 - zij zullen dilateren
 
Toekomende tijd II
- ik zal gedilateerd hebben
 - jij zult gedilateerd hebben
 - hij/zij/het zal gedilateerd hebben
 - wij zullen gedilateerd hebben
 - jullie zullen gedilateerd hebben
 - zij zullen gedilateerd hebben
 
Conditionalis I
- ik zou dilateren
 - jij zou dilateren
 - hij/zij/het zou dilateren
 - wij zouden dilateren
 - jullie zouden dilateren
 - zij zouden dilateren
 
Conditionalis II
- ik zou hebben gedilateerd
 - jij zou hebben gedilateerd
 - hij/zij/het zou hebben gedilateerd
 - wij zouden hebben gedilateerd
 - jullie zouden hebben gedilateerd
 - zij zouden hebben gedilateerd
 
Imperatief
- jij dilateer
 - jullie dilateert