Vervoeging van kastijden
Onbepaalde wijs (infinitief): kastijden
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik kastijd
- jij kastijdt
- hij/zij/het kastijdt
- wij kastijden
- jullie kastijden
- zij kastijden
Onvoltooid verleden tijd
- ik kastijdde
- jij kastijdde
- hij/zij/het kastijdde
- wij kastijdden
- jullie kastijdden
- zij kastijdden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gekastijd
- jij hebt gekastijd
- hij/zij/het heeft gekastijd
- wij hebben gekastijd
- jullie hebben gekastijd
- zij hebben gekastijd
Voltooid verleden tijd
- ik had gekastijd
- jij had gekastijd
- hij/zij/het had gekastijd
- wij hadden gekastijd
- jullie hadden gekastijd
- zij hadden gekastijd
Toekomende tijd I
- ik zal kastijden
- jij zult kastijden
- hij/zij/het zal kastijden
- wij zullen kastijden
- jullie zullen kastijden
- zij zullen kastijden
Toekomende tijd II
- ik zal gekastijd hebben
- jij zult gekastijd hebben
- hij/zij/het zal gekastijd hebben
- wij zullen gekastijd hebben
- jullie zullen gekastijd hebben
- zij zullen gekastijd hebben
Conditionalis I
- ik zou kastijden
- jij zou kastijden
- hij/zij/het zou kastijden
- wij zouden kastijden
- jullie zouden kastijden
- zij zouden kastijden
Conditionalis II
- ik zou hebben gekastijd
- jij zou hebben gekastijd
- hij/zij/het zou hebben gekastijd
- wij zouden hebben gekastijd
- jullie zouden hebben gekastijd
- zij zouden hebben gekastijd
Imperatief
- jij kastijd
- jullie kastijdt