Vervoeging van nameten
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik meet na
 - jij meet na
 - hij/zij/het meet na
 - wij meten na
 - jullie meten na
 - zij meten na
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik mat na
 - jij mat na
 - hij/zij/het mat na
 - wij maten na
 - jullie maten na
 - zij maten na
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb nagemeten
 - jij hebt nagemeten
 - hij/zij/het heeft nagemeten
 - wij hebben nagemeten
 - jullie hebben nagemeten
 - zij hebben nagemeten
 
Voltooid verleden tijd
- ik had nagemeten
 - jij had nagemeten
 - hij/zij/het had nagemeten
 - wij hadden nagemeten
 - jullie hadden nagemeten
 - zij hadden nagemeten
 
Toekomende tijd I
- ik zal nameten
 - jij zult nameten
 - hij/zij/het zal nameten
 - wij zullen nameten
 - jullie zullen nameten
 - zij zullen nameten
 
Toekomende tijd II
- ik zal nagemeten hebben
 - jij zult nagemeten hebben
 - hij/zij/het zal nagemeten hebben
 - wij zullen nagemeten hebben
 - jullie zullen nagemeten hebben
 - zij zullen nagemeten hebben
 
Conditionalis I
- ik zou nameten
 - jij zou nameten
 - hij/zij/het zou nameten
 - wij zouden nameten
 - jullie zouden nameten
 - zij zouden nameten
 
Conditionalis II
- ik zou hebben nagemeten
 - jij zou hebben nagemeten
 - hij/zij/het zou hebben nagemeten
 - wij zouden hebben nagemeten
 - jullie zouden hebben nagemeten
 - zij zouden hebben nagemeten
 
Imperatief
- jij meet na
 - jullie meet na