Vervoeging van overprikkelen

Onbepaalde wijs (infinitief): overprikkelen

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het overprikkelt
    • zij overprikkelen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het overprikkelde
    • zij overprikkelden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het heeft overprikkeld
    • zij hebben overprikkeld
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het had overprikkeld
    • zij hadden overprikkeld
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal overprikkelen
    • zij zult overprikkelen
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal overprikkeld hebben
    • zij zult overprikkeld hebben
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal overprikkelen
    • zij zullen overprikkelen
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal hebben overprikkeld
    • zij zullen hebben overprikkeld