Vervoeging van befallen

Onbepaalde wijs (infinitief): befallen

vertaal alle vervoegingen
Vertaling: aangrijpen

8 alternatieve vertalingen

Duits

Nederlands

Präsens Indikativ

  • er/sie/es befällt
  • sie befallen

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het grijpt aan
  • zij grijpen aan

Präteritum Indikativ

  • er/sie/es befiel
  • sie befielen

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het greep aan
  • zij grepen aan

Perfekt Indikativ

  • er/sie/es hat befallen
  • sie haben befallen

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft aangegrepen
  • zij hebben aangegrepen

Plusquamperfekt Indikativ

  • er/sie/es hatte befallen
  • sie hatten befallen

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had aangegrepen
  • zij hadden aangegrepen

Futur I Indikativ

  • er/sie/es wird befallen
  • sie werden befallen

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal aangrijpen
  • zij zullen aangrijpen

Futur II Indikativ

  • er/sie/es wird befallen haben
  • sie werden befallen haben

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal aangegrepen hebben
  • zij zullen aangegrepen hebben

Futur I Konjunktiv II

  • er/sie/es würde befallen
  • sie würden befallen

Conditionalis I

  • hij/zij/het zou aangrijpen
  • zij zouden aangrijpen

Futur II Konjunktiv II

  • er/sie/es würde befallen haben
  • sie würden befallen haben

Conditionalis II

  • hij/zij/het zou hebben aangegrepen
  • zij zouden hebben aangegrepen