Vervoeging van klingen

Onbepaalde wijs (infinitief): klingen

vertaal alle vervoegingen
Vertaling: kleppen

9 alternatieve vertalingen

Duits

Nederlands

Präsens Indikativ

  • er/sie/es klingt
  • sie klingen

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het klept
  • zij kleppen

Präteritum Indikativ

  • er/sie/es klang
  • sie klangen

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het klepte
  • zij klepten

Perfekt Indikativ

  • er/sie/es hat geklungen
  • sie haben geklungen

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft geklept
  • zij hebben geklept

Plusquamperfekt Indikativ

  • er/sie/es hatte geklungen
  • sie hatten geklungen

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had geklept
  • zij hadden geklept

Futur I Indikativ

  • er/sie/es wird klingen
  • sie werden klingen

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal kleppen
  • zij zullen kleppen

Futur II Indikativ

  • er/sie/es wird geklungen haben
  • sie werden geklungen haben

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal geklept hebben
  • zij zullen geklept hebben

Futur I Konjunktiv II

  • er/sie/es würde klingen
  • sie würden klingen

Conditionalis I

  • hij/zij/het zou kleppen
  • zij zouden kleppen

Futur II Konjunktiv II

  • er/sie/es würde geklungen haben
  • sie würden geklungen haben

Conditionalis II

  • hij/zij/het zou hebben geklept
  • zij zouden hebben geklept