Vervoeging van verdoppeln
Onbepaalde wijs (infinitief): verdoppeln
				
				Duits
Nederlands
Präsens Indikativ
- ich verdopp(e)le
 - du verdoppelst
 - er/sie/es verdoppelt
 - wir verdoppeln
 - ihr verdoppelt
 - sie verdoppeln
 
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik synchroniseer na
 - jij synchroniseert na
 - hij/zij/het synchroniseert na
 - wij synchroniseren na
 - jullie synchroniseren na
 - zij synchroniseren na
 
Präteritum Indikativ
- ich verdoppelte
 - du verdoppeltest
 - er/sie/es verdoppelte
 - wir verdoppelten
 - ihr verdoppeltet
 - sie verdoppelten
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik synchroniseerde na
 - jij synchroniseerde na
 - hij/zij/het synchroniseerde na
 - wij synchroniseerden na
 - jullie synchroniseerden na
 - zij synchroniseerden na
 
Perfekt Indikativ
- ich habe verdoppelt
 - du hast verdoppelt
 - er/sie/es hat verdoppelt
 - wir haben verdoppelt
 - ihr habt verdoppelt
 - sie haben verdoppelt
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb nagesynchroniseerd
 - jij hebt nagesynchroniseerd
 - hij/zij/het heeft nagesynchroniseerd
 - wij hebben nagesynchroniseerd
 - jullie hebben nagesynchroniseerd
 - zij hebben nagesynchroniseerd
 
Plusquamperfekt Indikativ
- ich hatte verdoppelt
 - du hattest verdoppelt
 - er/sie/es hatte verdoppelt
 - wir hatten verdoppelt
 - ihr hattet verdoppelt
 - sie hatten verdoppelt
 
Voltooid verleden tijd
- ik had nagesynchroniseerd
 - jij had nagesynchroniseerd
 - hij/zij/het had nagesynchroniseerd
 - wij hadden nagesynchroniseerd
 - jullie hadden nagesynchroniseerd
 - zij hadden nagesynchroniseerd
 
Futur I Indikativ
- ich werde verdoppeln
 - du wirst verdoppeln
 - er/sie/es wird verdoppeln
 - wir werden verdoppeln
 - ihr werdet verdoppeln
 - sie werden verdoppeln
 
Toekomende tijd I
- ik zal nasynchroniseren
 - jij zult nasynchroniseren
 - hij/zij/het zal nasynchroniseren
 - wij zullen nasynchroniseren
 - jullie zullen nasynchroniseren
 - zij zullen nasynchroniseren
 
Futur II Indikativ
- ich werde verdoppelt haben
 - du wirst verdoppelt haben
 - er/sie/es wird verdoppelt haben
 - wir werden verdoppelt haben
 - ihr werdet verdoppelt haben
 - sie werden verdoppelt haben
 
Toekomende tijd II
- ik zal nagesynchroniseerd hebben
 - jij zult nagesynchroniseerd hebben
 - hij/zij/het zal nagesynchroniseerd hebben
 - wij zullen nagesynchroniseerd hebben
 - jullie zullen nagesynchroniseerd hebben
 - zij zullen nagesynchroniseerd hebben
 
Futur I Konjunktiv II
- ich würde verdoppeln
 - du würdest verdoppeln
 - er/sie/es würde verdoppeln
 - wir würden verdoppeln
 - ihr würdet verdoppeln
 - sie würden verdoppeln
 
Conditionalis I
- ik zou nasynchroniseren
 - jij zou nasynchroniseren
 - hij/zij/het zou nasynchroniseren
 - wij zouden nasynchroniseren
 - jullie zouden nasynchroniseren
 - zij zouden nasynchroniseren
 
Futur II Konjunktiv II
- ich würde verdoppelt haben
 - du würdest verdoppelt haben
 - er/sie/es würde verdoppelt haben
 - wir würden verdoppelt haben
 - ihr würdet verdoppelt haben
 - sie würden verdoppelt haben
 
Conditionalis II
- ik zou hebben nagesynchroniseerd
 - jij zou hebben nagesynchroniseerd
 - hij/zij/het zou hebben nagesynchroniseerd
 - wij zouden hebben nagesynchroniseerd
 - jullie zouden hebben nagesynchroniseerd
 - zij zouden hebben nagesynchroniseerd
 
Imperativ
- du verdopp(e)le
 - ihr verdoppelt
 
Imperatief
- jij synchroniseer na
 - jullie synchroniseert na