Vervoeging van jot
Onbepaalde wijs (infinitief): to jot
Engels
Nederlands
Present
- I jot
- you jot
- he/she/it jots
- we jot
- you jot
- they jot
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik krabbel op
- jij krabbelt op
- hij/zij/het krabbelt op
- wij krabbelen op
- jullie krabbelen op
- zij krabbelen op
Simple past
- I jotted
- you jotted
- he/she/it jotted
- we jotted
- you jotted
- they jotted
Onvoltooid verleden tijd
- ik krabbelde op
- jij krabbelde op
- hij/zij/het krabbelde op
- wij krabbelden op
- jullie krabbelden op
- zij krabbelden op
Present perfect
- I have jotted
- you have jotted
- he/she/it has jotted
- we have jotted
- you have jotted
- they have jotted
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben opgekrabbeld
- jij bent opgekrabbeld
- hij/zij/het is opgekrabbeld
- wij zijn opgekrabbeld
- jullie zijn opgekrabbeld
- zij zijn opgekrabbeld
Past perfect
- I had jotted
- you had jotted
- he/she/it had jotted
- we had jotted
- you had jotted
- they had jotted
Voltooid verleden tijd
- ik was opgekrabbeld
- jij was opgekrabbeld
- hij/zij/het was opgekrabbeld
- wij waren opgekrabbeld
- jullie waren opgekrabbeld
- zij waren opgekrabbeld
Future
- I will jot
- you will jot
- he/she/it will jot
- we will jot
- you will jot
- they will jot
Toekomende tijd I
- ik zal opkrabbelen
- jij zult opkrabbelen
- hij/zij/het zal opkrabbelen
- wij zullen opkrabbelen
- jullie zullen opkrabbelen
- zij zullen opkrabbelen
Future perfect
- I will have jotted
- you will have jotted
- he/she/it will have jotted
- we will have jotted
- you will have jotted
- they will have jotted
Toekomende tijd II
- ik zal opgekrabbeld zijn
- jij zult opgekrabbeld zijn
- hij/zij/het zal opgekrabbeld zijn
- wij zullen opgekrabbeld zijn
- jullie zullen opgekrabbeld zijn
- zij zullen opgekrabbeld zijn
Conditional present
- I would jot
- you would jot
- he/she/it would jot
- we would jot
- you would jot
- they would jot
Conditionalis I
- ik zou opkrabbelen
- jij zou opkrabbelen
- hij/zij/het zou opkrabbelen
- wij zouden opkrabbelen
- jullie zouden opkrabbelen
- zij zouden opkrabbelen
Conditional perfect
- I would have jotted
- you would have jotted
- he/she/it would have jotted
- we would have jotted
- you would have jotted
- they would have jotted
Conditionalis II
- ik zou zijn opgekrabbeld
- jij zou zijn opgekrabbeld
- hij/zij/het zou zijn opgekrabbeld
- wij zouden zijn opgekrabbeld
- jullie zouden zijn opgekrabbeld
- zij zouden zijn opgekrabbeld
Imperative
- you jot
- you jot
Imperatief
- jij krabbel op
- jullie krabbelt op