Vervoeging van aandienen
Onbepaalde wijs (infinitief): aandienen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik dien aan
- jij dient aan
- hij/zij/het dient aan
- wij dienen aan
- jullie dienen aan
- zij dienen aan
Present
- I advertise
- you advertise
- he/she/it advertises
- we advertise
- you advertise
- they advertise
Onvoltooid verleden tijd
- ik diende aan
- jij diende aan
- hij/zij/het diende aan
- wij dienden aan
- jullie dienden aan
- zij dienden aan
Simple past
- I advertised
- you advertised
- he/she/it advertised
- we advertised
- you advertised
- they advertised
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangediend
- jij hebt aangediend
- hij/zij/het heeft aangediend
- wij hebben aangediend
- jullie hebben aangediend
- zij hebben aangediend
Present perfect
- I have advertised
- you have advertised
- he/she/it has advertised
- we have advertised
- you have advertised
- they have advertised
Voltooid verleden tijd
- ik had aangediend
- jij had aangediend
- hij/zij/het had aangediend
- wij hadden aangediend
- jullie hadden aangediend
- zij hadden aangediend
Past perfect
- I had advertised
- you had advertised
- he/she/it had advertised
- we had advertised
- you had advertised
- they had advertised
Toekomende tijd I
- ik zal aandienen
- jij zult aandienen
- hij/zij/het zal aandienen
- wij zullen aandienen
- jullie zullen aandienen
- zij zullen aandienen
Future
- I will advertise
- you will advertise
- he/she/it will advertise
- we will advertise
- you will advertise
- they will advertise
Toekomende tijd II
- ik zal aangediend hebben
- jij zult aangediend hebben
- hij/zij/het zal aangediend hebben
- wij zullen aangediend hebben
- jullie zullen aangediend hebben
- zij zullen aangediend hebben
Future perfect
- I will have advertised
- you will have advertised
- he/she/it will have advertised
- we will have advertised
- you will have advertised
- they will have advertised
Conditionalis I
- ik zou aandienen
- jij zou aandienen
- hij/zij/het zou aandienen
- wij zouden aandienen
- jullie zouden aandienen
- zij zouden aandienen
Conditional present
- I would advertise
- you would advertise
- he/she/it would advertise
- we would advertise
- you would advertise
- they would advertise
Conditionalis II
- ik zou hebben aangediend
- jij zou hebben aangediend
- hij/zij/het zou hebben aangediend
- wij zouden hebben aangediend
- jullie zouden hebben aangediend
- zij zouden hebben aangediend
Conditional perfect
- I would have advertised
- you would have advertised
- he/she/it would have advertised
- we would have advertised
- you would have advertised
- they would have advertised
Imperatief
- jij dien aan
- jullie dient aan
Imperative
- you advertise
- you advertise