Vervoeging van aangeven
Onbepaalde wijs (infinitief): aangeven
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik geef aan
- jij geeft aan
- hij/zij/het geeft aan
- wij geven aan
- jullie geven aan
- zij geven aan
Present
- I leak
- you leak
- he/she/it leaks
- we leak
- you leak
- they leak
Onvoltooid verleden tijd
- ik gaf aan
- jij gaf aan
- hij/zij/het gaf aan
- wij gaven aan
- jullie gaven aan
- zij gaven aan
Simple past
- I leaked
- you leaked
- he/she/it leaked
- we leaked
- you leaked
- they leaked
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangegeven
- jij hebt aangegeven
- hij/zij/het heeft aangegeven
- wij hebben aangegeven
- jullie hebben aangegeven
- zij hebben aangegeven
Present perfect
- I have leaked
- you have leaked
- he/she/it has leaked
- we have leaked
- you have leaked
- they have leaked
Voltooid verleden tijd
- ik had aangegeven
- jij had aangegeven
- hij/zij/het had aangegeven
- wij hadden aangegeven
- jullie hadden aangegeven
- zij hadden aangegeven
Past perfect
- I had leaked
- you had leaked
- he/she/it had leaked
- we had leaked
- you had leaked
- they had leaked
Toekomende tijd I
- ik zal aangeven
- jij zult aangeven
- hij/zij/het zal aangeven
- wij zullen aangeven
- jullie zullen aangeven
- zij zullen aangeven
Future
- I will leak
- you will leak
- he/she/it will leak
- we will leak
- you will leak
- they will leak
Toekomende tijd II
- ik zal aangegeven hebben
- jij zult aangegeven hebben
- hij/zij/het zal aangegeven hebben
- wij zullen aangegeven hebben
- jullie zullen aangegeven hebben
- zij zullen aangegeven hebben
Future perfect
- I will have leaked
- you will have leaked
- he/she/it will have leaked
- we will have leaked
- you will have leaked
- they will have leaked
Conditionalis I
- ik zou aangeven
- jij zou aangeven
- hij/zij/het zou aangeven
- wij zouden aangeven
- jullie zouden aangeven
- zij zouden aangeven
Conditional present
- I would leak
- you would leak
- he/she/it would leak
- we would leak
- you would leak
- they would leak
Conditionalis II
- ik zou hebben aangegeven
- jij zou hebben aangegeven
- hij/zij/het zou hebben aangegeven
- wij zouden hebben aangegeven
- jullie zouden hebben aangegeven
- zij zouden hebben aangegeven
Conditional perfect
- I would have leaked
- you would have leaked
- he/she/it would have leaked
- we would have leaked
- you would have leaked
- they would have leaked
Imperatief
- jij geef aan
- jullie geeft aan
Imperative
- you leak
- you leak