Vervoeging van aanhalen
Onbepaalde wijs (infinitief): aanhalen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik haal aan
- jij haalt aan
- hij/zij/het haalt aan
- wij halen aan
- jullie halen aan
- zij halen aan
Present
- I quote
- you quote
- he/she/it quotes
- we quote
- you quote
- they quote
Onvoltooid verleden tijd
- ik haalde aan
- jij haalde aan
- hij/zij/het haalde aan
- wij haalden aan
- jullie haalden aan
- zij haalden aan
Simple past
- I quoted
- you quoted
- he/she/it quoted
- we quoted
- you quoted
- they quoted
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangehaald
- jij hebt aangehaald
- hij/zij/het heeft aangehaald
- wij hebben aangehaald
- jullie hebben aangehaald
- zij hebben aangehaald
Present perfect
- I have quoted
- you have quoted
- he/she/it has quoted
- we have quoted
- you have quoted
- they have quoted
Voltooid verleden tijd
- ik had aangehaald
- jij had aangehaald
- hij/zij/het had aangehaald
- wij hadden aangehaald
- jullie hadden aangehaald
- zij hadden aangehaald
Past perfect
- I had quoted
- you had quoted
- he/she/it had quoted
- we had quoted
- you had quoted
- they had quoted
Toekomende tijd I
- ik zal aanhalen
- jij zult aanhalen
- hij/zij/het zal aanhalen
- wij zullen aanhalen
- jullie zullen aanhalen
- zij zullen aanhalen
Future
- I will quote
- you will quote
- he/she/it will quote
- we will quote
- you will quote
- they will quote
Toekomende tijd II
- ik zal aangehaald hebben
- jij zult aangehaald hebben
- hij/zij/het zal aangehaald hebben
- wij zullen aangehaald hebben
- jullie zullen aangehaald hebben
- zij zullen aangehaald hebben
Future perfect
- I will have quoted
- you will have quoted
- he/she/it will have quoted
- we will have quoted
- you will have quoted
- they will have quoted
Conditionalis I
- ik zou aanhalen
- jij zou aanhalen
- hij/zij/het zou aanhalen
- wij zouden aanhalen
- jullie zouden aanhalen
- zij zouden aanhalen
Conditional present
- I would quote
- you would quote
- he/she/it would quote
- we would quote
- you would quote
- they would quote
Conditionalis II
- ik zou hebben aangehaald
- jij zou hebben aangehaald
- hij/zij/het zou hebben aangehaald
- wij zouden hebben aangehaald
- jullie zouden hebben aangehaald
- zij zouden hebben aangehaald
Conditional perfect
- I would have quoted
- you would have quoted
- he/she/it would have quoted
- we would have quoted
- you would have quoted
- they would have quoted
Imperatief
- jij haal aan
- jullie haalt aan
Imperative
- you quote
- you quote