Vervoeging van achternazetten

Onbepaalde wijs (infinitief): achternazetten

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik zet achterna
  • jij zet achterna
  • hij/zij/het zet achterna
  • wij zetten achterna
  • jullie zetten achterna
  • zij zetten achterna

Present

  • I tail
  • you tail
  • he/she/it tails
  • we tail
  • you tail
  • they tail

Onvoltooid verleden tijd

  • ik zette achterna
  • jij zette achterna
  • hij/zij/het zette achterna
  • wij zetten achterna
  • jullie zetten achterna
  • zij zetten achterna

Simple past

  • I tailed
  • you tailed
  • he/she/it tailed
  • we tailed
  • you tailed
  • they tailed

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb achternagezet
  • jij hebt achternagezet
  • hij/zij/het heeft achternagezet
  • wij hebben achternagezet
  • jullie hebben achternagezet
  • zij hebben achternagezet

Present perfect

  • I have tailed
  • you have tailed
  • he/she/it has tailed
  • we have tailed
  • you have tailed
  • they have tailed

Voltooid verleden tijd

  • ik had achternagezet
  • jij had achternagezet
  • hij/zij/het had achternagezet
  • wij hadden achternagezet
  • jullie hadden achternagezet
  • zij hadden achternagezet

Past perfect

  • I had tailed
  • you had tailed
  • he/she/it had tailed
  • we had tailed
  • you had tailed
  • they had tailed

Toekomende tijd I

  • ik zal achternazetten
  • jij zult achternazetten
  • hij/zij/het zal achternazetten
  • wij zullen achternazetten
  • jullie zullen achternazetten
  • zij zullen achternazetten

Future

  • I will tail
  • you will tail
  • he/she/it will tail
  • we will tail
  • you will tail
  • they will tail

Toekomende tijd II

  • ik zal achternagezet hebben
  • jij zult achternagezet hebben
  • hij/zij/het zal achternagezet hebben
  • wij zullen achternagezet hebben
  • jullie zullen achternagezet hebben
  • zij zullen achternagezet hebben

Future perfect

  • I will have tailed
  • you will have tailed
  • he/she/it will have tailed
  • we will have tailed
  • you will have tailed
  • they will have tailed

Conditionalis I

  • ik zou achternazetten
  • jij zou achternazetten
  • hij/zij/het zou achternazetten
  • wij zouden achternazetten
  • jullie zouden achternazetten
  • zij zouden achternazetten

Conditional present

  • I would tail
  • you would tail
  • he/she/it would tail
  • we would tail
  • you would tail
  • they would tail

Conditionalis II

  • ik zou hebben achternagezet
  • jij zou hebben achternagezet
  • hij/zij/het zou hebben achternagezet
  • wij zouden hebben achternagezet
  • jullie zouden hebben achternagezet
  • zij zouden hebben achternagezet

Conditional perfect

  • I would have tailed
  • you would have tailed
  • he/she/it would have tailed
  • we would have tailed
  • you would have tailed
  • they would have tailed

Imperatief

  • jij zet achterna
  • jullie zet achterna

Imperative

  • you tail
  • you tail

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van achternazetten