Vervoeging van adulterate
Onbepaalde wijs (infinitief): to adulterate
Engels
Nederlands
Present
- I adulterate
- you adulterate
- he/she/it adulterates
- we adulterate
- you adulterate
- they adulterate
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik versnijd
- jij versnijdt
- hij/zij/het versnijdt
- wij versnijden
- jullie versnijden
- zij versnijden
Simple past
- I adulterated
- you adulterated
- he/she/it adulterated
- we adulterated
- you adulterated
- they adulterated
Onvoltooid verleden tijd
- ik versneed
- jij versneed
- hij/zij/het versneed
- wij versneden
- jullie versneden
- zij versneden
Present perfect
- I have adulterated
- you have adulterated
- he/she/it has adulterated
- we have adulterated
- you have adulterated
- they have adulterated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb versneden
- jij hebt versneden
- hij/zij/het heeft versneden
- wij hebben versneden
- jullie hebben versneden
- zij hebben versneden
Past perfect
- I had adulterated
- you had adulterated
- he/she/it had adulterated
- we had adulterated
- you had adulterated
- they had adulterated
Voltooid verleden tijd
- ik had versneden
- jij had versneden
- hij/zij/het had versneden
- wij hadden versneden
- jullie hadden versneden
- zij hadden versneden
Future
- I will adulterate
- you will adulterate
- he/she/it will adulterate
- we will adulterate
- you will adulterate
- they will adulterate
Toekomende tijd I
- ik zal versnijden
- jij zult versnijden
- hij/zij/het zal versnijden
- wij zullen versnijden
- jullie zullen versnijden
- zij zullen versnijden
Future perfect
- I will have adulterated
- you will have adulterated
- he/she/it will have adulterated
- we will have adulterated
- you will have adulterated
- they will have adulterated
Toekomende tijd II
- ik zal versneden hebben
- jij zult versneden hebben
- hij/zij/het zal versneden hebben
- wij zullen versneden hebben
- jullie zullen versneden hebben
- zij zullen versneden hebben
Conditional present
- I would adulterate
- you would adulterate
- he/she/it would adulterate
- we would adulterate
- you would adulterate
- they would adulterate
Conditionalis I
- ik zou versnijden
- jij zou versnijden
- hij/zij/het zou versnijden
- wij zouden versnijden
- jullie zouden versnijden
- zij zouden versnijden
Conditional perfect
- I would have adulterated
- you would have adulterated
- he/she/it would have adulterated
- we would have adulterated
- you would have adulterated
- they would have adulterated
Conditionalis II
- ik zou hebben versneden
- jij zou hebben versneden
- hij/zij/het zou hebben versneden
- wij zouden hebben versneden
- jullie zouden hebben versneden
- zij zouden hebben versneden
Imperative
- you adulterate
- you adulterate
Imperatief
- jij versnijd
- jullie versnijdt